24/7 Dierenarts Spoedlijn 0546 631260
 

Epilepsie bij de hond

Wie voor het eerst een epileptiforme aanval van een huisdier meemaakt, schrikt meestal enorm. Het dier lijkt buiten bewustzijn, poten verkrampen, misschien schuimbekt het zelfs. Een aanval kan soms minuten duren.

Een epileptische aanval kan verschillende oorzaken hebben. In een aantal gevallen kunnen we met de juiste medicatie aanvallen voorkomen.

Wat is epilepsie?

Epilepsie is het herhaald optreden van toevallen. Een toeval is een aanval van (zeer) abnormaal gedrag: dit abnormale gedrag moet wel een aantal typische kenmerken hebben. Epilepsie is dus niet meer dan de naam die gegeven wordt aan een verschijnsel. De term epilepsie zegt niets over de oorzaak van de toevallen, het is soms zelfs moeilijk om achter de oorzaak te komen.

Toevallen ontstaan omdat de functie van hersencellen verstoord is. De belangrijkste functie van hersencellen is het opwekken, doorgeven en ontvangen van elektrische signalen. Die elektrische activiteit wordt met ingewikkelde systemen in goede banen geleid en te sterke signalen worden afgezwakt. Bij een toeval is er sprake van een kortdurende ontsporing van de elektrische activiteit van de hersencellen. De ongecontroleerde elektrische ontladingen verspreiden zich door de hersenen en veroorzaken de verschijnselen die bij een toeval worden waargenomen.

De gestoorde functie van de hersencellen kan veroorzaakt worden door een ziekte of afwijking van de hersenen zelf (ontsteking, litteken na een hersenschudding, aangeboren afwijking), maar kan ook het gevolg zijn van een ziekte elders in het lichaam, zoals een stofwisselingsziekte. Bijna elk orgaan kan door verstoorde functie epileptiforme aanvallen veroorzaken. Meestal is er echter geen oorzaak voor de toevallen te vinden. In dat geval wordt gesproken van echte of primaire epilepsie.

Bij epilepsie treden de toevallen bij herhaling op en met een zekere regelmaat. De tijdsduur tussen de toevallen is per individu verschillend.

Verschillende soorten epilepsie bij honden

De indeling van de verschillende soorten toevallen vindt plaats op grond van de vorm van de aanvallen (hoe ziet het er uit?) en op grond van de oorzaak. Bij de mens worden een groot aantal verschillende vormen van epilepsie onderscheiden.

Bij de hond en kat is dat slechts in beperkte mate mogelijk en wordt onderscheid gemaakt tussen algehele aanvallen (gegeneraliseerde toevallen), gedeeltelijke of incomplete aanvallen (partiële toevallen) en aanvallen die niet onder te brengen zijn in de voorgaande categorieën (atypische toevallen). De gegeneraliseerde vorm komt het meeste voor bij onze huisdieren en wordt ook wel "Grand Mal" genoemd. Daarnaast wordt onderscheid gemaakt in toevallen met een oorzaak en toevallen zonder een oorzaak. De laatste categorie wordt echte of primaire epilepsie genoemd, deze zien we het meest bij honden en katten.

Vóórkomen van epilepsie bij honden

Primaire (echte) epilepsie komt regelmatig voor bij alle rassen en bij kruisingen. Bij sommige rassen komt het veel vaker voor en wordt vermoed dat het erfelijk is. Epilepsie wordt evenveel bij reuen/katers als teven/poezen gezien. Bij de teven kan het aantal toevallen gedurende de loopsheid toenemen. We zien epilepsie veel minder vaak bij katten dan bij honden.

De eerste toevallen bij echte epilepsie beginnen op een leeftijd tussen de 1 en 5 jaar. Na de eerste toeval is het uiteraard nog niet bekend of er meerdere zullen volgen in de toekomst. Tussen de eerste en de tweede toeval kunnen maanden voorbij gaan. De periode tussen de toevallen wordt in de loop van de tijd korter en blijft dan min of meer constant (2 tot 6 weken). Dit is een zeer globaal gemiddelde, want bij sommige dieren kan het aantal tot enkele per jaar beperkt blijven en bij andere kunnen series toevallen om de week plaatsvinden.

Meestal is er geen bepaalde aanleiding voor de toevallen aan te wijzen en komen ze onverwacht. Opvallend is dat het vrijwel altijd binnenshuis gebeurt en in de vertrouwde omgeving en dan vaak laat in avond, gedurende de nacht en vroeg in de ochtend. Er is geen relatie met opwinding of inspanning. Tussen de toevallen door gedraagt uw huisdier zich compleet normaal.

Hoe ziet een epileptiforme aanval eruit?

Er is een grote variatie in vormen van toevallen, maar per dier is de vorm vrij constant. De meest voorkomende vorm van epilepsie bij onze huisdieren is de zogenaamde gegeneraliseerde vorm. Deze toevallen verlopen in drie fasen, die bij de meeste dieren duidelijk van elkaar onderscheiden kunnen worden.

Inleiding of aura

Tijdens de periode voorafgaand aan de toeval, de aura, vertonen de dieren afwijkend gedrag: onrustig, aanhalig, rare blik in de ogen, meer blaffen of miauwen. Deze inleiding kan slechts enkele seconden duren en valt dan nauwelijks op, maar kan ook enkele dagen duren.

Toeval of ictus

De eigenlijke toeval, ictus, begint met omvallen en het dier verliest het bewustzijn. Er ontstaan heftige krampen van de poten en het gehele lichaam. Vaak trekt het dier ook de kop helemaal verstijfd naar achter. Na enkele minuten treedt een soort verstijving op gevolgd door ontspanning en het dier komt weer bij bewustzijn. Bij katten wordt nog al eens gezien dat ze zich in hun eigen poten en staart gaan bijten.
De ictus duurt in het algemeen enkele minuten. Tijdens de ictus kan het dier urine of ontlasting verliezen. Of dit wel of niet gebeurt is geen maat voor de ernst van de aanval. De tongbeet, zoals bij de mens kan voorkomen, wordt bij dieren niet gezien.

Einde of post-ictale fase

De ictus wordt gevolgd door de post-ictale fase. Na het bijkomen en overeind krabbelen zijn de meeste dieren volledig "de kluts kwijt" en hebben tijdelijk verlies van geheugen, zien slecht, lopen ongecoördineerd en zijn soms erg dorstig en hongerig. De post-ictale fase kan enkele seconden tot dagen duren. Tijdens de post-ictale fase dient uw huisdier voorzichtig benaderd te worden omdat het dier niet weet waar het is, de eigenaar niet herkent, mogelijk zelfs niet kan ruiken en slecht ziet. Een onverhoedse benadering kan een schrikreactie geven en zelfs agressiviteit.

De hierboven beschreven vorm is de meest voorkomende bij de hond en kat, maar er zijn ook andere vormen, zoals: kortdurende aanvallen van schokkende bewegingen van de kop, zonder dat de hond omvalt of het bewustzijn verliest, of toevallen waarbij de hond zich afwijkend gaat gedragen (zeer onrustig en hyperactief, wild rondrennen, naar binnen en naar buiten willen, etc.) en waarbij geen krampaanvallen ontstaan.

Onderzoek epilepsie bij honden

Wanneer je huisdier voor de eerste keer een toeval heeft gehad, is het altijd verstandig een dierenarts te raadplegen. Deze kan afwijkingen onderkennen die op een bepaalde oorzaak van de toeval kunnen duiden en kan bepalen of nader onderzoek nodig is. Meestal zal dit in eerste instantie een onderzoek van het bloed zijn.

De mogelijkheden om afwijkingen in de hersenen van de hond te onderzoeken zijn zeer beperkt en kostbaar. Bovendien zijn de afwijkingen die bij een dergelijk onderzoek in de hersenen worden gevonden, zelden doelmatig te behandelen.

Therapie epilepsie bij honden

Moet een huisdier met epilepsie behandeld worden en wat kan van een behandeling verwacht worden?
Een behandeling tegen toevallen zal zelden het effect hebben dat de toevallen volledig verdwijnen. Een optimaal effect is bereikt indien de aanvallen in aantal afnemen en de ernst van de aanvallen minder wordt. Het bereiken van een dergelijk wordt bepaald door de juiste dosering van de medicijnen. De juiste individuele dosering moet proefondervindelijk uitgezocht worden. 

Het lukt helaas niet altijd om een bevredigende en acceptabele situatie te bereiken. Soms blijven de problemen voor het dier ondraaglijk, maar het kan ook voor een eigenaar een (te) zware belasting zijn. Een huisdier met epilepsie vereist veel extra zorg en aandacht en het kan de bewegingsvrijheid van de eigenaar beperken.

Doel van de behandeling:

Belangrijkste punten bij de behandeling:

Welke medicijnen zijn bruikbaar?

Bij de hond komen slechts vier middelen (anti-epileptica) in aanmerking voor de langdurige behandeling van epilepsie: phenoral (Fenobarbital®), fenytoine (Epitard®700), Pexion® en kaliumbromide (Epikal®). Phenoral kan gedurende de eerste dagen van de behandeling sufheid en slaperigheid veroorzaken. Als dit na een paar dagen niet overgaat, dient de dosering te worden aangepast. Veel drinken en plassen en een toename van de eetlust zijn bijwerkingen van phenoral die in min of meerdere mate onvermijdelijk zijn. Andere bijwerkingen vooral in het begin van de medicatie zijn braken en jeuk. Epitard®700 kan voorgeschreven worden bij zeer ernstige epilepsie, als de bijwerkingen van phenoral te erg zijn of als phenoral een onvoldoende resultaat geeft. Kaliumbromide kan samen met phenoral gegeven worden als er onvoldoende resultaat is.

Pexion® is een nieuw middel, dat sinds mei 2013 op de markt is. Dit middel heeft nagenoeg geen bijwerkingen en regelmatige controle van de bloedwaarden is niet nodig. Meestal starten we daarom met het geven van Pexion.

Veel tips vindt u ook op de site: www.epilepsie-hond.be

Diazepam (Valium®, Stesolid®) heeft een speciale toepassing bij epilepsie; het wordt gebruikt om toevallen die te lang aanhouden of in series optreden, te onderbreken. Het middel moet dan bij voorkeur in de bloedbaan ingespoten worden om snel te werken. Het is echter ook mogelijk door rectale toediening een snel effect te krijgen. Diazepam heeft een korte werkingsduur en is daarom niet geschikt voor een langdurige behandeling, ook niet in de vorm van tabletten.

Wat te doen/ niet te doen bij een toeval?

Probeer rustig te blijven en niet in paniek te raken. Probeer vooral niet om de aanval te stoppen door de hond vast te houden. Voorkom dat de hond zich tijdens de aanval beschadigt. Sommige eigenaren ervaren dat de hond agressief wordt. Dit is meestal het gevolg van het feit dat ze de hond proberen vast te houden tijdens een aanval. De hond maakt volkomen willekeurige bewegingen waarvan het dier zich niet bewust is. Als de hond met de kaken klappert en de eigenaar doet een poging om de kop vast te houden, kan makkelijk een bijtwond opgelopen worden. Het ingeven van tabletten tijdens een aanval is gevaarlijk en heeft bovendien geen enkele zin. Wel kan diazepam rectaal toegediend worden door de eigenaar.

Status epilepticus

Epilepsie is op zich beslist geen levensbedreigende situatie. Uw hond kan er net zo oud mee worden als een niet-epileptische hond. Wel moet iedere eigenaar van een hond met epilepsie op de hoogte zijn van het bestaan van de zo genaamde status epilepticus. Deze toeval kan het best omschreven worden als "een uit de hand gelopen toeval". In plaats van een toeval van enkele minuten tot een kwartier verkeert de hond een half uur tot een uur in een toestand van voortdurende krampen zonder dat er een duidelijke rustfase is. Dit is levensbedreigend en dient door de dierenarts gestopt te worden.

Tenslotte

Zorg er voor dat de naam en de dosering van de medicijnen in het paspoort van je hond staan en vermeldt bij ieder bezoek aan een andere dan uw eigen dierenarts dat uw hond epilepsie heeft.

Dierenartspraktijk Geesteren

Langeveenseweg 24 
7678 VE Geesteren

0546-631260

Openingstijden

Maandag 09:00 – 17:00
Dinsdag 09:00 – 17:00
Woensdag 09:00 – 17:00
Donderdag 09:00 – 17:00
Vrijdag 09:00 – 17:00
Zaterdag spoedgevallen / na telefonisch contact

Dierenartspraktijk Almelo

Ootmarsumsestraat 428
7603 AX Almelo

0546-769139

Openingstijden

Maandag 09:30 – 17:00
Dinsdag 09:30 – 17:00
Woensdag 09:30 – 17:00
Donderdag 09:30 – 17:00
Vrijdag 09:30 – 17:00

Afhalen op andere dagen/tijden op afspraak.

Bestellen per e-mail:  info@dapgeesteren.nl